Verkopers willen smartphone vaak niet repareren

Verkopers van smartphones proberen op grote schaal consumenten met een defecte smartphone af te schepen. In de helft van de gevallen proberen verkopers te voorkomen dat een defect toestel voor reparatie wordt ingeleverd.

De consumentenbond komt tot deze conclusie op basis van een onderzoek, waarbij de Bond met 16 defecte telefoons (met garantie!) terug naar de verkoper ging. Winkeliers dreigen vaak met onderzoekskosten, terwijl die kosten in het eerste half jaar voor rekening van de verkoper zijn.

In vijftig procent van de gevallen werd geprobeerd de consument te bewegen de telefoon niet in te leveren. Aan de servicebalies werden uiteenlopende smoezen gebruikt: 'Deze telefoon is te ruw gebruikt', 'misschien moet u honderden euro's bijbetalen', 'er zit een winkel om de hoek die veel sneller repareert' en 'kom over een week terug'.

Daarnaast testte de Bond hoe verkopers om gaan met vochtschade. Voor de praktijkproef werden ook bij alle telefoons de vochtindicatoren bevochtigd, maar de toestellen zelf bleven droog en de gebreken (zoals een defecte microfoon, camera, aan-uitknop, usb-connector en speaker) hadden daar niets mee te maken. Een verkleuring van de vochtindicator alleen is onvoldoende bewijs dat er door oxidatie een defect is ontstaan, daarvoor is aanvullend bewijs nodig. Bij 2 iPhones werd vervolgens toch ten onrechte vochtschade geconstateerd, de offerte om dit te herstellen bedroeg €250.

De aanhouder wint, want na aandringen werden uiteindelijk 14 van de 16 smartphones zonder kosten gerepareerd. De Consumentenbond adviseert consumenten om voet bij stuk te houden en zich niet af te laten schrikken door wat verkopers zeggen.

Consumentenbond

Volgend en vorig nieuwsbericht