Vast toestel met uitsterven bedreigd
Uit een onderzoek van bureau INRA, blijkt dat vooral bij jonge gezinnen geen behoefte meer is aan een vaste telefoonaansluiting. Verder blijkt dat het aantal meervoudige GSM aansluitingen binnen het gezin de afgelopen jaren is toegenomen.
Zelden alleen vaste telefoon
Nog maar 27% van de Belgische gezinnen heeft enkel een vaste telefoon, een percentage dat sinds 1999 aan het dalen is. Het percentage van de Belgische gezinnen dat over een vaste telefoon en één of meerdere gsm-toestellen beschikt, blijft stabiel op 23%. Daar staat tegenover dat steeds meer Belgische gezinnen geen vaste telefoon meer gebruiken, maar alleen nog maar hun mobiel toestel: in 1999 was dat 6%, in 2000 8%, in 2001 15% en vandaag is dat percentage al opgelopen tot 21%. Het percentage Belgische gezinnen dat over een volledige uitrusting beschikt (vaste telefoon, internet en gsm) blijft ook stijgen en bedraagt momenteel 25%.
Vaste telefoon overbodig
Op de vraag of men in de nabije toekomst zijn vaste telefoon wenst weg te doen - en dus nog uitsluitend gebruik zou willen maken van zijn mobiel toestel - antwoordt een groot percentage van de "jonge" gezinnen (gezinshoofd jonger dan 35 jaar) bevestigend: 33% bij de jonge koppels en 24% bij de jonge gezinnen. In dit marktsegment is het duidelijk dat het vaste telefoontoestel vrij snel een uitzondering zal worden.
GSM toestellen per gezin
Wat het aantal gsm-toestellen per gezin betreft, evolueert de situatie ook: terwijl het aantal gezinnen dat over geen enkele gsm beschikt, sterk blijft dalen, blijft het aantal gezinnen met meer dan één gsm flink stijgen. Van 5% in juni 1999 naar 17% in juni 2000, 27% in juni 2001 en 34% in juni 2002. Deze tendens is met name merkbaar bij de jonge koppels en de jonge gezinnen.
GSM toestellen per gezin
Nog twee vaststellingen: de gezinnen die een beroep doen op meer dan één operator worden ook steeds talrijker en binnen elk gezin worden verschillende tariefformules gebruikt (enkel pre-paid, enkel post-paid of een combinatie van de twee).
Plaats van GSM in het gezin
Door binnen bepaalde gezinnen kwalitatieve enquêtes af te nemen, heeft Mobistar ook kunnen vaststellen dat het aantal gesprekken binnen een en hetzelfde gezin enorm hoog lag. De moeder is meestal het centrum van de gezinscommunicatie, terwijl de kinderen een groot aantal van hun gesprekken buiten het gezin voeren. De vader legt zich met name toe op de controle van de gesprekskosten verbonden aan de gsm van het gezin en op het optimale beheer van alle toestellen binnen een gezin. Hij legt ook sterk de nadruk op het pedagogische aspect verbonden aan de gsm en gebruikt hem om zijn kinderen te leren hoe een budget te beheren. De motivatie van de moeder is veeleer verbonden met veiligheid: via de gsm blijft zij bereikbaar voor het gezin en kan zij ook de andere gezinsleden bereiken. Ongeveer 70% van haar oproepen zijn gericht tot haar partner en haar kinderen. De kinderen hebben een sterk afwijkend telefoongedrag: voor hen is een gsm meer het symbool van hun onafhankelijkheid en van hun leven buiten het gezin. 80% van hun oproepen situeert zich immers in hun vriendenkring.